De casus
Een bouwpromotor huurt tijdens een project een torenkraan en stelt deze ter beschikking van haar onderaannemer(s). Tijdens de bouwactiviteiten valt de torenkraan plots om. Er is gelukkig enkel materiële schade. De torenkraan werd totaal verlies verklaard. De eigenaar/verhuurder vordert de verzekeringsvrijstelling ten bedrage van € 25.000,00 terug van de huurder. De huurder betwist aansprakelijk te zijn voor het omvallen van de torenkraan. In ieder geval is de onderaannemer die aan het werk was op het moment van het omvallen van de kraan verantwoordelijk voor de gevorderde schade..
Het geschil
De verhuurder stelt dat de huurder de kraan aan het einde van de huurperiode in dezelfde staat moet teruggeven waarin hij het heeft ontvangen. Nu dit niet is gebeurd, dient de huurder in te staan voor de schade aan de torenkraan. Volgens de verhuurder lag de oorzaak van het omvallen van de kraan aan het onklaar maken van het overlastbeveiligingssysteem door de huurder en/of zijn onderaannemers.
De huurder argumenteert dat de schade aan de kraan is ontstaan buiten zijn schuld, met name door ouderdom of overmacht. Aan de hand van foto’s die werden genomen onmiddellijk na het ongeval meende de huurder te kunnen afleiden dat één van de kabels plots was geknapt, met het omvallen van de kraan tot gevolg. Dit is een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. Hoe dan ook, als de verhuurder in het gelijk zou worden hersteld, dan dient de onderaannemer van de huurder uiteindelijk de schade te dragen gezien het de onderaannemer was die met de kraan aan het werken was op het moment van het ongeval.
De uitspraak
De rechtbank oordeelde als volgt :
- Op de huurder van roerende (en onroerende) goederen rust een teruggaveverbintenis waarbij wordt bepaald dat de huurder het gehuurde goed in dezelfde staat moet teruggeven als waarin hij het heeft ontvangen. Dit betreft een resultaatsverbintenis in hoofde van de huurder. Indien de huurder het goed niet kan teruggeven, wordt hij daarvoor aansprakelijk geacht, behalve indien het bewijs wordt geleverd dat de schade buiten zijn schuld is ontstaan.
- De huurder die beweert dat er een vreemde oorzaak is dat de schade buiten zijn schuld is ontstaan, dient dit ook te bewijzen.
- In huidig geval had de verhuurder van de torenkraan deze heel snel na het ongeval doen verwijderen zonder dat een tegensprekelijke expertise had plaatsgevonden. De huurder had op dat moment ook geen initiatieven genomen om een gerechtsexpertise uit te lokken, ervan uitgaande dat de torenkraan was verzekerd. Echter, het ontbreken van een expertise waarin de precieze oorzaak van het schadegeval werd onderzocht, werkt hier in het nadeel van de huurder omdat deze op geen enkele manier meer kon bewijzen dat er sprake was van een vreemde oorzaak die hem van aansprakelijkheid bevrijdde. De rechtbank oordeelde dus dat de huurder niet voldeed aan zijn teruggaveverplichting.
- De rechtbank oordeelde vervolgens op basis van dezelfde rechtsgrond wel dat de onderaannemer van de huurder uiteindelijk de schade diende te betalen omdat hij op het moment van het omvallen van de kraan deze gebruikte.
Moraal van het verhaal : wees als huurder van (on)roerende goederen op je hoede bij schadegevallen, check vooraf het huurcontract en vraag aan de eigenaar welke verzekeringen van toepassing zijn. Indien er een schadegeval is, probeer zo snel mogelijk de schade tegensprekelijk te laten vaststellen, al dan niet via een gerechtelijk expert.