In een huurzaak werd de sterkmaker hoofdelijk mee veroordeeld tot betaling van de huurachterstallen. Daarmee bevestigt de lagere rechtspraak de cassatierechtspraak inzake de geëvolueerde rol van een sterkmaker. Dit is van belang voor verhuurders die op die manier een extra zekerheid kunnen inschakelen ter betaling van de huur.
De casus
Ik werd door een eigenaar van een onroerend goed gemandateerd om de huurders in gebreke te stellen en desnoods uit te drijven ingevolge niet betaling van de huur. De huurders waren twee buitenlandse werknemers. De werkgever had de huurovereenkomst geregeld en niettegenstaande de huurders zich, zoals gebruikelijk, hoofdelijk hadden verbonden, maakte de werkgever zich ook sterk voor de huurders. De sterkmaker ondertekende mee het huurcontract en betaalde ook de huurwaarborg.
Na enige tijd werd de huur niet meer betaald. Het faillissement van de werkgever zal daaraan niet vreemd geweest zijn. Zowel de huurders als de sterkmaker werden in gebreke gesteld en uiteindelijk, gezien het gebrek aan reactie gedagvaard voor de bevoegde vrederechter.
Het geschil
Er werd gevraagd de sterkmaker hoofdelijk mee te veroordelen met de huurders dit op basis van een cassatiearrest van 24 maart 2016. Dit was voor de verhuurder welgekomen gezien de beide huurders met de noorderzon bleken verdwenen te zijn. Daarin werd voor het eerst beslist dat een sterkmakingsbeding niet alleen betrekking heeft op het aangaan van een verbintenis door een derde maar ook op de uitvoering van de verbintenis indien dit de bedoeling is van de partijen.
De uitspraak
De gedaagden verschenen niet zodat zij werden veroordeeld bij verstek.
De Vrederechter kende de hoofdelijke veroordeling van de sterkmaker toe en bevestigt daarmee de cassatierechtspraak. Dit is een belangrijke evolutie en bevestigt het kenmerk van een sterkmakingsbeding als zekerheid. Voor verhuurders is dit van belang gezien zij zichzelf zo een extra zekerheid kunnen bedingen ter betaling van de huur of eventuele andere huurdersverplichtingen.
Mensen die zich sterkmaken voor anderen moeten dan weer aandachtig zijn voor de bewoordingen van het beding, zeker in het geval zij zich enkel willen engageren om een derde een verbintenis te doen aangaan eerder dan zich ook sterk te maken voor de uitvoerig van betreffende verbintenis.